zondag 27 februari 2011

Huisimpressie



Langzaamaan raken we 'uit de dozen'. Maar er is nog genoeg op te ruimen. Ook moeten er nog een paar meubels opgeknapt, dus het schuurpapier en de potten verf kunnen nog niet de deur uit. Als je echter alleen de details ziet, lijkt ons huis al heel netjes op orde.

zaterdag 26 februari 2011

De Toneelman

Een grote hulp bij het verhuizen van onze spullen, waarop wij bovendien altijd een beroep mogen doen voor kleine en grotere klusjes, is de Toneelman. Het fijne aan hem is dat dat na het klussen meestal uitmondt in een diepzin-
nig gesprek over religieuze tradities bij bijvoorbeeld Indianen of Aboriginals; of dat hij herinnerin-
gen gaat ophalen aan de tijd dat hij als belichter voor diverse theatergezelschappen werkte. De Toneelman kan geweldig vertellen over het geïnspireerde (en inspirerende!) geknutsel van Dogtroep en verwante gezel-
schappen, zowel nationaal als internationaal. Beer en ik zijn dol op zijn verhalen en hij is één van de weinige mensen die Beer nieuwsgierig weet te maken naar spiritualiteit. Als we bij hem komen, kookt hij heerlijke maaltijden met gierst, wilde rijst en ander ons onbekend reformvoedsel. Op bijna fluisterende toon begint hij dan te vertellen en we hangen aan zijn lippen. Ik krijg altijd een erg goed gevoel van zijn warme, hartelijke vibe. En dan te bedenken dat ik als kind bang voor hem was. Onze familie heeft namelijk al een lange geschiedenis met de Toneelman. Als kind woonde hij bij de oma van mijn moeder in de straat. Mijn moeder en hij speelden als kinderen dus wel eens met elkaar. Jaren later, toen mijn ouders samen gingen wonen, werd hij hun buurman. Toen ik kwam, werd ik dus zijn buurmeisje. Onze huizen hadden een gezamenlijk binnenplaatsje waar ik als kind graag speelde. Maar als hij dan langsliep om in of uit zijn huis te gaan, dook ik weg. Toen wij verhuisden, verloren we elkaar uit het oog. Nog weer jaren later kreeg de Toneelman een relatie met destijds één van de beste vriendinnen van mijn moeder. Die relatie is niet meer, maar ik heb besloten altijd vriendjes met de Toneelman te willen blijven.

maandag 21 februari 2011

Minimaal

Beer en ik zijn - vinden we zelf - nuchtere mensen en proberen zo duurzaam en sober mogelijk te leven. Ik ben opgegroeid zonder auto en nogal een dromer, dus ik zie mezelf niet gauw een rijbewijs halen. Beer heeft er wel één, maar rijdt nooit. Een auto komt er bij ons dus niet gauw in. Daarnaast ben ik inmiddels ruim tien jaar vegetariër. Beer eet wat ik kook, maar snackt een Whopper of iets dergelijks als hij een carnivorenbui heeft. Het zijn vanzelfsprekendheden voor ons, maar het samen opzetten van een huishouden (niet langer in een studentenhuis) leverde ook de nodige afwegingen op. Mijn geweten speelde hoog op bij het kiezen van een energieleverancier. Energie, vooral groene, is duur. Maar grijze energie is slecht. Gelukkig vonden we Greenchoice, dankzij een vriend van Beer. Voordelig, groen en ogenschijnlijk ook goede service (maar dat weet je vaak pas als het misgaat). Wij dus weer helemaal blij.

Vervolgens overwoog ik een abonnement op de groentetas. We hebben hier in de stad DRIE (!) biologische winkels, dus zelfs nog keuze waar we hem zouden ophalen. Op kantoor liet ik dit idee los aan de lunchtafel, waarna diverse collega's zich ontpopten als ervaringsdeskundigen en zo gauw als ze konden er alle nadelen van begonnen op te sommen. "'s Winters krijg je telkens knollen. Dan eet je steeds hetzelfde", "Ja, en dat duurt heel lang om die gaar te krijgen. Dus als je 's avonds om zeven uur thuiskomt en je wilt snel iets op tafel zetten, is dat eigenlijk geen optie." Dit waren voor mij al de belangrijkste nadelen. Verder nog: "Je krijgt er wel recepten bij, maar die zijn heel ingewikkeld", "Het is veel te veel" en "Je kunt nooit meer spontaan uit eten, want thuis heb je altijd nog die berg groente liggen." De groentetas bleek dus geen product voor forenzen. Lang in de keuken staan vind ik heerlijk, maar niet als mijn energie eigenlijk al op is na een dag werken en twee keer in die vreselijke spitstreinen te hebben gezeten (waarover later ongetwijfeld meer).

Duurzaam en sober is ook een huishouden zonder tv-aansluiting. Een tv-toestel hadden we al (geërfd, dus tweedehands, ook erg duurzaam: hoera!), maar in ons nieuwe huis wilde ik niet meer in de verleiding komen telkens naar die bagger te gaan kijken. Af en toe denk je dat een programma wel aardig zal worden. Maar vaak betrapte ik mezelf erop dat ik iets anders ging doen tijdens het kijken, wat erop wijst dat het me dus onvoldoende interesseerde. Aan het einde van de avond blijkt dan dat je je tijd weer vergooid hebt. Nog zoveel mooie boeken ongelezen in de kast, zoveel kunstwerken niet getekend of geschilderd, zoveel stukjes niet geschreven. Ik hou heel erg van televisiekijken als bezigheid, maar keer op keer voelde ik me als kijker onderschat en geïnfantiliseerd door de programmamakers. En daar moet ik dan ook nog bijna vier tientjes per maand voor betalen zeker. Nou, ik dacht het niet. Beer houdt sowieso erg van lezen. Tv bestaat eigenlijk amper in zijn leefwereld. Voor mij was het echter een heftige beslissing. Ik vind dat we als beloning nu wel deze klok mogen kopen.






zaterdag 19 februari 2011

Klusimpressie


Een impressie van het harde werken in de maanden voorafgaand aan onze verhuizing. Het was fijn dat iedereen zo betrokken was. Dat uitte zich niet alleen in de vele hulp die we kregen, maar ook bijvoorbeeld in het verrassingspakket (rechtsonder in de collage) dat ik van mijn collega's kreeg.

vrijdag 18 februari 2011

Kerstavond

Het opknappen van het huis verliep moeizaam. We kregen veel hulp, maar er was ook erg veel te doen. In december was het eindelijk zo ver dat we de vloer konden laten leggen en ons bed konden laten bezorgen. Snel nog even een koelkast uitzoeken en het geërfde gasfornuis laten aansluiten door een goede vriend, toen konden we erin. Op de rest van onze spullen moesten we nog even wachten. Precies op kerstavond sliepen we voor het eerst in ons nieuwe huis. Op dat moment was ik ziek, iets dat bijna nooit gebeurt. Het was of ik het toestond op dat moment: ik had een paar dagen vrij, we konden in ons huis en ik had zo schoon genoeg van de mensen om ons heen die ons alsmaar vertelden was er nog in het huis moest gebeuren, waardoor het steeds weer langer duurden voor we er echt konden gaan wonen. Nu was het genoeg. Zo kwam het dat we - wat ik eigenlijk heel graag wilde - de kerstdagen met z'n tweetjes in ons nieuwe huis doorbrachten, vrijgesteld van het reizen naar familie. Beer was superlief: hij kookte, waste af en vertroetelde me als een klein kind. Ik voelde me supergeborgen bij hem. Na alle verf, lijm, stof en andere troep begon ons huisje eindelijk gezellig te worden. Als verrassing had mijn schoonmoeder een kerstboompje in onze keuken gezet:





















Eén van de eerste dingen die ik deed om ons nieuwe huis gezellig te maken, was het maken van een slinger van alle kerst- en verhuiskaarten die we van familie en vrienden hadden gekregen. Toen een paar weken later onze meubels e.d. kwamen, klapten we als eerste Beers grote tafel uit. Op zijn studentenkamer had die altijd ingeklapt gestaan. Als er bezoek kwam, klapten we de tafel half uit en dan stond daarmee de hele kamer vol. Nu kan hij standaard royaal en gastvrij uitgeklapt staan. Dit moet een centraal punt van gezelligheid worden in onze woonkamer. Een plek om rustig te lezen, maar ook om met vrienden te eten, te praten of een spelletje te doen.

donderdag 17 februari 2011

Wat vooraf ging

Beer en ik kregen verkering op de Parade, nu ruim tweeënhalf jaar geleden. Het borrelde al een tijdje, maar nu was het moment. We hebben elkaar leren kennen via een toneelcursus, wat nog weer langer geleden is. Eerst was hij me helemaal niet opgevallen. Pas toen we een reünie hadden en hij Jiskefet-imitaties ging doen, dacht ik 'Hee, met deze gast kun je lachen. Ik moet maar 'ns met hem afspreken zonder de rest van de groep.' Omdat Beer kort daarna voor een halfjaar naar Amerika vertrok, zou dat nog een tijd duren. Daarna hernieuwde ons contact zich en werden we vrienden. Pas toen ontdekte ik hoe leuk hij eigenlijk was. Soms was er een vonkje, soms ook weer niet.

Op een vriendschappelijke strandwandeling onderwierp hij me aan een kruisverhoor. Wie mijn favoriete filosoof was, wat mijn levensbeschouwing was en welke politieke voorkeur daar dan wel uit voortkwam... Toevallig allemaal dingen waar ik graag over wilde praten en waarvan ik het belangrijk vond dat een eventuele partner dat op z'n minst zou respecteren. Wat dat betreft, zaten we dus al op één lijn. Tenminste, dit kon natuurlijk nog steeds gewoon vriendschappelijke belangstelling zijn. Later bekende Beer me dat hij het die avond op het strand 'zeker wist'. Toen we een maand later naar de Parade gingen, sprong de vonk definitief over. Al vrij snel wisten we dat we wilden gaan samenwonen, maar daar wilden we wel nog even mee wachten. Beer moest eerst afgestudeerd zijn en eigenlijk moest ik zelf toen nog een betere baan vinden. De kans deed zich voor en sinds de herfst van 2010 zijn we bezig met ons 'samenhuis'.