donderdag 25 oktober 2012

Kort verhaal over een vertraagd begrip voor de medemens

Onlangs maakte ik tot twee keer toe mee dat tijdens een treinreis een oudere man een jong meisje aansprak, om vervolgens heel betuttelend met haar te gaan zitten praten over politiek. In het meest recente geval stak de man een heel verhaal af over iets als de Palestijnse kwestie, om vervolgens het meisje (dat in 4-gymnasium bleek te zitten) te adviseren dat ze maar iets internationaals moest gaan studeren, internationaal recht bijvoorbeeld. Dat vond hij zelf namelijk heel belangrijk en daar was hij zelf ook altijd werkzaam in geweest. Het meisje giechelde een beetje en antwoordde beleefd. Ze had duidelijk geen zin in dit gesprek, maar de man weigerde dat signaal op te pikken. Pas toen hij haar iets vroeg over haar telefoon, kwam het gesprek goed op gang en ging ze mee in zijn dweperige politieke verhalen.Tijdens een andere treinreis was ik ervan getuige dat een oudere man twee studenten commerciële economie aanraadde om de Groene Amsterdammer te gaan lezen, als tegenwicht voor hun studie. 

Heel eigenaardige gesprekken vond ik dat, en vrij narcistisch van die oudere mannen. Waarom laten ze hun medereizigers niet met rust? Waarom gaan ze zo bevoogdend zitten doen tegen wildvreemden, die duidelijk met rust gelaten willen worden? Hun geweldige ik zou eens even geen aandacht krijgen gedurende een halfuurdurende treinreis... Maar gisteren begreep ik hen ineens. 

Het is herfstvakantie en ik zit aan het begin van de middag in de trein. Aan de overkant van het gangpad gaat een telefoon nogal hard af. Ik kijk en zie een jongetje van een jaar of twaalf, helemaal alleen. Hij neemt op en zegt netjes zijn voor- en achternaam. Vast een moeder ofzo die belt om te vragen of hij in de goede trein zit. Wat stoer dat hij zomaar alleen met de trein reist. Ik ken twee jongetjes van twaalf die hem dat niet na zouden doen! Voor hem op het tafeltje ligt De Volkskrant. Die is vast niet van dat jongetje. Zal ik vragen of ik die mag lezen? Misschien is het wel fijn voor hem als iemand hem aanspreekt, dan voelt hij zich niet zo alleen. Hij doet dit duidelijk voor het eerst. Misschien vindt hij het eng... De trein staat enkele minuten stil in een weiland. Het zal ook weer eens niet... Voor mij iets wat ik vaker meegemaakt heb, maar dat jongetje.... Ik voel me verantwoordelijk en besluit me over hem te ontfermen in het geval dat we eruit moeten. Onnodig, blijkt, want na een ogenblijk rijden we alweer verder. Ach, ik moet me er ook niet mee bemoeien. 

Ineens begrijp ik de goede bedoelingen van die oude mannen. Ze hadden het misschien onhandig aangepakt, maar ze voelden zich waarschijnlijk ook verantwoordelijk voor die meisjes. Ze dachten hen echt verder te kunnen helpen met hun adviezen, het ging hen niet of maar ten dele erom te laten zien hoe geweldig ze zelf waren. Omdat ik merk dat andere mensen nogal snel hun oordeel klaar hebben (met name over mij), heb ik in mijn hoofd een soort mechanisme ontwikkeld, waarmee ik mensen screen en ook al heel snel een oordeel vorm. Bij voorkeur over mensen op straat, die je later nooit meer ziet. Natuurlijk weet ik wel dat dat oordeel eigenlijk niet over die persoon gaat, maar over zijn gedrag, en dan in dit specifieke geval. 

Grappig, dat je ineens jezelf in een positie bevindt, waardoor je het gedrag van een ander achteraf alsnog begrijpt en beseft dat je je oordeel moet intrekken of wijzigen.






1 opmerking:

  1. Altijd fijn, zulke verhelderende momenten met zelfinzicht. Interessant wat je schrijft. Als Vrije schoolkind, uit een één ouder gezin en helaas niet de slankste, zijn de oordelen van anderen altijd aanwezig geweest. Ik betrapte mezelf erop als schild zelf ook heel (ver-)oordelend te zijn, en ben me daar heel bewust van gaan afwenden. Open staan voor de 'tweede indruk' noem ik het maar even :-)

    BeantwoordenVerwijderen